Paul Vandenbroeck:
Betekenisgeving in abstracte weefkunst: traditionele Tunesische klederdracht en Europees kantwerk
‘Bodies of lace’ neemt kantwerk als concreet uitgangspunt. We laten oud en hedendaags kantwerk zien, maar we gebruiken kant ook als metafoor en zoeken naar de schoonheid van de complexe, onvoorspelbare wemeling in muziek en lichaam. Een ‘lichaam van kant’ is een minuscuul gebeiteld werk vol overgave aan detail. Een gestructureerde wirwar die zich uiteindelijk als een transparant netwerk laat lezen en voelen. We zoeken naar verschillende lichamen van kant, niet alleen in verschillende media, maar ook in verschillende culturen. Zo laten we ook de Tunesische Bakhnouqs de ‘boorden’ aftasten en laten we ook die wondermooie, ragfijne structuren bron van inspiratie zijn voor dans en muziek.
Bodies of lace is een werk over het lichaam en zijn inslag. Punten, lijnen, snaren, draden enten zich op en wentelen zich rond lichamen. Detail, precisie, aanslag, tijd, ritme, gebaar, patroon, herhaling, onverwachte wending, schaarste, resonantie, overvloed. In de muziek, in het kantwerk, in de dans.
Net als kantwerk spant ook de cello ruimte en tijd met koord, draad, snaar door snelheid en precisie van de handen. Cellist Arne Deforce haalt als geen andere hedendaagse cellist het maximum aan finesse en inslag uit zijn instrument. Choreografe Pé Vermeersch boetseert op sensibele wijze de wemeling in haar lijf, geeft zich over aan de kantklossende handen en bedient zich tegelijk van teksten van Paul Vandenbroeck om het verhaal van de weefsels kracht bij te zetten.
Bodies of lace is een performant concert dat ragfijne objekten in een mini-expo achterlaat en tot slot een duiding vindt in een lezing. Het is een hedendaags multidisciplinair én transcultureel gebeuren waarin het meesterlijke spel van Arne, de dans van Pé, oude Tunesische bakhnouqs én kantwerk mekaar aftasten. Het expliciet lichamelijk kantwerk van Saskja Snauwaert neemt daarin een bijzondere plaats in.
De performance duurt ongeveer 50 minuten, waarna het publiek nog een uur de tijd krijgt om in detail naar de ontvouwde werken te kijken, samen met de toelichtingen door Paul Vandenbroeck (# 3).
Radical HeArts is een collectief gedragen door Pé Vermeersch en Paul Vandenbroeck dat performant en beeldend werk ontwikkelt vanuit een onderzoek naar traditie en hedendaagse samenleving. Zo was er eerder ‘Het Orgelt’ en ‘ Wat weeft in mij ?‘.
Kc BELGIE was het eerste kunstencentrum dat zijn deuren opende voor de toen nog jonge danseres Pé Vermeersch, die, na haar lange verblijven in Japan, er heel wat Butoh-workshops en masterclasses begeleidde en er haar eerste solo's ontwikkelde ('Glijdend' in 1996 en 'L'Amour' in 1999). In 2002 lanceerde Pé Vermeersch vanuit KC BELGIE haar pionierswerk 'Blondes have no soul' in Vlaanderen. Een pionierswerk, zo bleek, dat nog steeds actueel is, en dat daarna in verschillende festivals en scènes in Europa werd vertoond. Een werk dat - lang voor ander choreografisch werk - reeds in 2002, stilte, witheid en het statuut van de dans als ‘beeldend werk’ onderzocht. In KC BELGIE volgden in 2004 nog het work in progress 'Ik ben triest / Ik ben kwaad', de gedanste dagboeken van Nijinsky en in 2008, i.s.m. Het Orgel in Vlaanderen, 'Het Orgelt (in mijn lijf)'.
Ook nu haalt KC BELGIE deze eerste aanzet van deze nieuwe creatie binnen, waarbinnen elke kunstenaar een meester is in de eigen discipline.
# 1 : PERFORMANCE BODIES OF LACE
Arne Deforce is een cellist, gespecialiseerd in hedendaagse cellomuziek, die het lichaam van de cello haast uitperst om tot een uiterste zeggingskracht te komen. De inslag op de snaar, de resonantie van het geluid, de intensiteit en helderheid van het spel zijn meesterlijk, vol ingehouden spannning. Download de bio van Arne >> Klik Hier <<
De danstaal van Pé is op zich al gemarkeerd door heel veel traditionele , niet-westerse invloeden. Het is een hedendaagse fusion style, waarin sporen van verschillende culturen in haar lijf geënt zijn. Ze is in wezen een improvisator die niet zozeer de danslijnen als wel het lichaam voorbereidt, waarbij de dans in het nu-moment ontstaat.
In het bijzonder voor dit werk zoekt ze naar de subtiele veranderingen binnen repetitieve structuren.
Saskja Snauwaert maakt er één levenswerk van om haar ruggewervels uit te tekenen tot patronen die ze op traditionele wijze tot kant klost. Het is een ongezien werk, in oude technieken maar van hedendaags belang, om aan de energetische lichaams-as op deze manier vorm te verlenen.
# 2 : ONE hour MINI-EXPO TEXTIELEN
Naadloos laten de artiesten concert, performance en beeldende kunst als één gebeuren in elkaar overvloeien. Alsof de performance (# I) de mini-expo (# 2) ‘onthult’, bestaande uit kantwerk van Saskia Snauwaert, een topcollectie oude kant van Serana Leuven en een topcollectie Tunesische bakhnougs verzameld door Paul Vandenbroeck. De mini-expo, met max. een tiental exclusieve werken, is het ‘eindgebeuren’ van de performance.
De performance duurt ongeveer 50 minuten , waarna het publiek nog een uur de tijd krijgt om in detail naar de ontvouwde werken te kijken, samen met de toelichtingen door Paul Vandenbroeck (# 3).
# 3 : LEZINGPAUL VANDENBROECK
Paul Vandenbroeck (KMSKA / IMMRC-KULeuven) leidt het onderzoek rond betekenisgeving doorheen het abstracte motievenrepertorium van traditionele textielkunst. ‘Bakhnougs’ zijn weefsels die tot 50-70 jaar terug de traditionele klederdracht van de Tunesische plattelandsvrouwen waren. Markant zijn de rechte lappen stof met hun subtiele kleurnuances van bruin, rood, zwart en blauw, met uiterst indrukwekkend, gedetailleerd en gestructureerd weefwerk.
Ook de Tunesische bakhnougs zijn sterk verbonden met het lichaam, aangezien het bijna ‘sacrale’ kledingstukken zijn waarvan de as over de lichaams-as/ruggegraat loopt. Elk weefsel is absoluut uniek en is als het ware een intiem en gecodeerd dagboek of autobiografie van de weefster.